donderdag 28 april 2011

Dingen die aan dingen vasthangen


Ik ben bang van bussen. Ik heb hierover nagedacht en besloten dat mijn angst volstrekt rationeel is. Ik zie u al lachen, dat doen de meeste mensen wanneer ik deze stelling poneer. Het is niet mijn probleem dat onwetenheid over de ware toedracht van deze lompe meervoudvantweewielers een lach op uw gezicht tovert. Zot zijn doet geen zeer, gelukkig. Geniet ervan zolang het nog duurt, van die lach op uw gezicht, want ik ga hem eraf redeneren, en wel nu.

De hoofdreden van mijn fobie voor bussen is het feit dat ze nergens aan vasthangen. Ze kunnen in principe van overal komen en overal heengaan. Mij maak je niet wijs dat bussen vaste routes hebben. Een bus kan wegenwerken tegenkomen, files, omgevallen betonmolens, loslopend vee en bomma’s met een looprek in het midden van de weg (men weet nooit met die bejaarden van tegenwoordig). Een bus voelt geen enkele verplichting om langs de busstop te passeren – misschien voelt de buschauffeur wel een verplichting van hogerop, maar buschauffeurs gaan in staking op de wildste momenten (ik zal er maar vanuit gaan dat dat niet iets typisch Belgisch is) dus echt betrouwbaarder maakt dat de bus er niet op. Neem van mij aan: bussen gaan alle kanten op.
O ja, ik hou van vervoer dat ergens aan vasthangt. Trolleybussen check, hangen vast aan het plafond van de straat. Staan evenwel onderaan het lijstje, want in trolleybus zit het woord bus en van bussen ben ik doodsbang. Trams en treinen vind ik het leukst, die hangen onderaan én bovenaan vast – dubbele beveiliging: zelfs als ze te laat zijn, ze moeten sowieso via mijn stop passeren. Eender waar ik de tram of trein opwacht, het ding moet en zal passeren. Aaah, zekerheden.
Een onmiddellijk gevolg van het niet vasthangen van bussen aan dingen is het feit dat ze vaak hun kat sturen, alsook het feit dat ik flip als ze te laat afkomen (een probleem dat ik niet heb wanneer het om treinen gaat, zie hierboven). Ik heb geen idee of ik tijdens het wachten op een bus ook effectief op een bus aan het wachten ben. Voor hetzelfde geld is er nooit een bus geweest en zal er nooit een zijn – op busschema’s kunnen ze schrijven wat ze willen, nietwaar – en een bus die te laat is heeft geen mogelijkheid om mij te melden dat hij alsnog op komst is, tenzij er aan de halte van die fonky schermpjes zouden zijn, maar dat is veelal niet het geval. En dan nog.
Dat ze veel te warm zijn, over standaard oncomfortabele zitjes beschikken en stinken, sterkt enkel mijn geloof en vetrouwen in vasthangend vervoer, maar doet hier niet direct ter zake. En nog iets: waarom hebben bussen nummers in plaats van bestemmingen in woordvorm? Wie heeft er ooit besloten dat ‘bus 8#9*/§25:7’ duidelijker klonk dan ‘bus naar Gent’? Zo moeilijk kan dat toch echt niet zijn, om dat overzichtelijk en logisch uit te werken.

Dit alles maakt het des te opmerkelijker dat ik afgelopen paasvakantie tien dagen met de bus heb rondgereisd. Ik zit in het nu en hier aan mijn computer, dus dat ik overal geraakt ben waar ik moest geraken is een feit. Maar het heeft mij vele slapeloze nachten bezorgd en ongetwijfeld een aantal jaren van mijn leven gekost en rimpels opgeleverd en crisissen waaraan Bart De Wever nog een puntje zou kunnen zuigen.

Ik ben bang van bussen en ik schaam mij daar niet voor. Er is geen reden om erover te proberen raken want mijn angst is volkomen rationeel, dat heeft bovenstaande afdoende aangetoond, me dunkt. Ik kén de ware toedracht van het busvervoer en ik kan die kennis nooit ongedaan maken, zelfs niet als ik het echt echt zou willen. Ik neem vervoer dat ergens aan vasthangt, en u zou dat beter ook doen.



Voor zij die, net als ik, houden van dingen die vasthangen aan dingen: we zijn niet alleen.

woensdag 13 april 2011

Ik vertrek!

Ik ben er klaar voor. Zuideiland, here I come!
Blog, bij leven en welzijn, tot binnen tien dagen.

maandag 11 april 2011

Stein

Vanavond vindt er een Stein plaats, een rechtenfuif quoi. Ik heb mij laten vertellen dat Stein Latijn is voor fuif - ik herinner mij dat ik enthousiast en geïnteresseerd knikte bij dit weetje, maar in alle eerlijkheid was het een van de belachelijkste dingen die ik ooit had gehoord. Ten eerste, Romeinen hadden geen fuiven, Romeinen hadden kotsfestijnen al liggend op satijnen kussens, en drinkgelagen in Bacchus' naam. Ten tweede, Stein klinkt als Duits (en ik kan het weten). Duits is een germaanse taal en dus per definitie geen romaanse taal. Romeinen spraken een romaanse taal, vandaar de term 'romaans'. Het lijkt mij dan ook hoogst onwaarschijnlijk dat Stein Latijn zou zijn voor fuif. Wanneer ik niet weet wat iets betekent, lonkt in de verte en in de dichte altijd Google, mijn allerbeste vriend. Dit is wat hij/zij/het zegt:

stein (noun) A mug, especially one for beer, usually holding about a pint. [German, probably short for Steinkrug]

Latijn, laat mij niet lachen. Ik vind Thé Dansant plotseling zo beschaafd klinken, alsof we in Gent proberen verbergen waar het eigenlijk om draait. In dat opzicht is Stein beter, het getuigt van de eerlijkheid die zo typerend is voor dronken mensen. Bier!

Het thema van vanavond is 'foute kleren'. Hoe dat precies in zijn werk zal gaan is nog maar de vraag, want naar mijn mening is foute kledingsstijl hier de dagelijkse gewoonte. Het kan enkel erger worden, bergaf bergaffer crash.
Ik heb beslist mij niet te verkleden. Ten eerste, ik verkleed mij niet graag. Ten tweede, mijn mama zegt dat ik geen geld mag uitgeven aan brolkleren en ze heeft daarin gelijk. Waar een gemiddelde Aucklandees een met paarse diamanten bezet zilverkleurig vestje vermoedelijk nog zou kunnen gebruiken bij andere gelegenheden, zou het in mijn kleerkast gewoon motten vergaren. Moeders goede raad schoot dan ook door mijn hoofd toen ik met een diepe frons naar fluoroze leggings aan het kijken was in een goedkoop warenhuis. Ik ga mijn geld uitgeven aan reizen. Of eten. Ten derde, ik heb in mijn kleerkast een bloemenkleedje hangen dat een doel zoekt en vanavond lijkt een geschikt moment. Bloemenkleedje met roze leggings zou fout geweest zijn, daar bestaat geen twijfel over. Maar ik zou niet willen dat de mensen denken dat het kleedje deel was van de foute outfit, en dat risico bestond wel degelijk. Dat heb je met retro-kleren vermoed ik.

De meeste internationale studenten zijn op reis vertrokken, ik zit dus tijdelijk met een acuut tekort aan gezelschap. Sociaal gezien wordt vanavond dan ook een sprong in het diepe. Niet dat er veel te socializen zal vallen, als de decibels dezelfde hoogten bereiken als ze op Gentse fuiven doen. Ik heb een aantal mensen ge-sms't met betrekking tot hun avondplannen. Vervolgens heb ik mijn gsm op stil gezet om niet te moeten horen of, wanneer en hoe ze niet antwoorden. Dat is mijn struisvogeltechniek en hij werkt langs geen kanten.* Hoe dan ook, mijn social awkwardness en ik hebben al voor hetere vuren gestaan. De namiddag is jong, het komt allemaal goed.

Eigenlijk heb ik een grondige hekel aan uitgaan, waarmee ik doel op de massafuiven, niet op de gezellige café-avondjes en Grasleinachten. Ik begin meer en meer te vermoeden dat er een trauma achter zit, een echt reëel psychologisch uit de doeken doenbaar trauma. Ik moest maar eens diep graven naar de precieze oorzaak. Uitgaan is meer dan gewoon iets wat ik 'niet graag doe'. Ik ben er soms zowaar bang van, alsof ik mezelf vrijwillig naar een slachtbank zou leiden. Hopelijk verdwijnt dit alles in het niets bij het leuke feestje dat vanavond kan worden. Ik heb genoeg mensenrechten gezien voor vandaag, ik wil dansen.



* Ik moet stoppen met op mijn blog zo ontwapenend eerlijk te zijn. Dat wordt nog eens mijn dood.

zondag 10 april 2011

Thoughts from car park rooftops

Since the janitor deemed it necessary to cut the whole of 14 Whitaker Place of electricity on Sunday afternoon*, I decided to have a stroll around Auckland.
I had a mission, actually, and made my way to an alley at the far end of Queen Street in my quest for the CD of Avalanche City, because that’s where the internet said I had to go buy it. I buy hard copy CDs, I'm that kind of person. Avalanche City, whom I had by the way only first heard of yesterday but instantly fell in love with. I don’t often buy CDs based on half a minute of a single song, so this was a very big deal.
The shop owner asked me if I wanted the latest Avalanche City CD. I smiled and asked if there were others then, knowing there weren’t. I had done my research, and I had done it thoroughly. The feeling of satisfaction when I’m the one teaching music facts to music shop owners! Not that that's a recurring thing.
So my quest proved successful, that made me rather happy. It's good to know that sometimes love at first sight can be a two-way thing. My blue with little white clouds CD and I are happily together and cuddling up in the couch as we speak.

While I am listening to it for the first time** - that magical first listening, you know what I'm talking about - let me tell you about the other magical events that unraveled during my afternoon. I like High Street more than Queen Street, so that's where I was headed next. I sat down on Freyberg Place for a while, unaware of anything in particular, just enjoying the afternoon breeze and minding my own business when suddenly, a girl in a fluorescent jacket hands me a sheet of paper and asks me to read it. In a matter of seconds, I found myself in an everyone move from spot A to B to C to D and read the different texts, please type situation, using my hands to enlarge my ears to listen to the sound of a fountain, because that's what the instructions were and I'm a very obedient person on Sunday afternoons.

A group of thirtysomething people had gathered around the fountain, all of us concentrating on the sound of splashing water, being looked at rather weirdly by people walking by, who obviously had no clue what we were doing or why. I had this in common with them, because I didn't have a clue either. I just went with the flow, you know.

After half an eternity of fountain music, a young man beckoned us and everyone followed, just like that. As it happened, he took us on a car park tour around town. We sauntered from one car park to the next for a whole hour, and were quietly encouraged to focus on the different sounds we perceived. I found it really hard to concentrate at first, blocking out all of the thoughts in my head, but once I got the hang of it, I had to admit that every car park sounded different. In one of them, a broken lamp was ticking time away. The next car park hurt my ears, spitting out irritating and useless beeping noises out of unidentifiable sources. Another one was very quiet, the occasional screeching tires aside.


We took elevators and stairs up and down the different levels and were given some time to ourselves on the car park rooftops. No one said a word, we just enjoyed the view, it was wonderful.




















A man dressed like a hairy tree kept following us everywhere we went. I don't have the slightest idea what the purpose of his presence was. All I know is he must have been very sweaty underneath his costume.

The man dressed like a tree
As unexpectedly as our walk had started, it came to an end outside of the Auckland Art Gallery. The members of our temporary group dissipated and went their own ways. Some of them had a chat with the artists, I decided to honour the silence and went for coffee.

I really enjoyed the experience, a group of people who have never seen each other before, sharing an unexpected hour and shy smiles of mutual confusion and understanding, going their separate ways after that. Sometimes words are obsolete, in this case they would probably even have ruined the momentum. On rooftops, one either screams at night while drinking cheap champagne, or one shuts up and gazes into the distance. There is simply no in between.

I was still reflecting on the passed event on my way back home. The pieces of the puzzle suddenly fell into place when I noticed a poster hanging loosely from a construction site. There is an art project going on in Auckland for the next couple of days. The 'tour guide' was apparently a sound artist who wants people to become more aware of noises they tend to forget about in the rush of their daily lives. He needed our minds to go at three miles an hour, just for once. Three miles an hour in the city, instead of the usual speed of light. See, this is why I love living here.



* For maintainance purposes. That does however not justify the fact that all my (and a lot of other people’s) freezer food has been defrosting. I guess the janitor does not really grasp the importance of electricity in the process of long term food preservation – the janitor is stupid.
** By the time I finished writing this, I've probably listened to it in loop for four of five times. It's very very. Very nice.

zaterdag 9 april 2011

Rangitoto Island en Devonport

De paasvakantie is aangebroken en in aanloop naar de grote trip op woensdag ondernam ik er vandaag een kleinere. Aaaaah, me-time op weekenddagen*, het is weer van dat! Op het programma: Rangitoto Island en Devonport (zie kaart). Waarom ik gedurende Friday Drinks (ook wel: 'current and future international law students weekly get-together') in godsnaam het idee gelanceerd heb om mensen mee te vragen, is mij een raadsel. Er is immers weinig me-time aan als je met meer dan één bent. Los dáárvan leek het mij evenwel een goed idee om mensen mee te vragen. En zo geschiedde.

"So... who's coming to Rangitoto Island with me tomorrow?" Geen reactie, uiteraard. Het is te zeggen: niemand reageerde met een andere dan de gebruikelijke blik, zijnde de ik weet nog niet wat ik ga doen hoor morgen ik denk dat ik ga willen uitslapen want vanavond ga ik uit en dan ga ik morgen moe zijn en ik wil dat eiland op zich wel zien, denk ik, maar ervoor uit mijn bed komen lijkt mij op dit moment illusoir en trouwens ik neem geen beslissingen zo ver op voorhand. en bier, ja bier vind ik ook leuk -blik.** Op één iemand na: de 31-jarige Zweed met bierbuik.

Iedereen kent die situatie: je kan niet meer terug. Bidden dat er nog iemand anders zou meegaan was hopeloos.
"Maar ik ben van plan te gaan shoppen in Devonport! Hard core shoppen!"
"Je gaat daar toch ook lunchen?"
"Euh... I suppose?"
"Ideaal!"
Rangitoto Island dus, met een 31-jarige Zweud in mijn kielzog. Dit bleek achteraf reuze mee te vallen trouwens. Alvorens iedereen beslist mij grof en bevooroordeeld te vinden: ik denk dat het mij moeilijk kwalijk kan worden genomen dat 31-jarige Zweden niet mijn eerste keuze zouden zijn indien ik een random persoon mee kon vragen naar Rangitoto. Eerder 21 tot 23, groot, gespierd, gediplomeerd... U snapt het plaatje.

Vroeg uit de veren vanochtend! De ferry van 9.15am, productief wezen. Ik was echter al veel vroeger wakker. De Maleisiër had er niets beters op gevonden dan de mircogolfoven te gebruiken om zijn ontbijt te bereiden, met alle biepgeluidjes van dien. Het enige in mijn wereld gekende ochtendlijke gebruik van microgolfovens is het opwarmen van melk. Ik weet dat zíjn darmen geen melk verdragen en moest dus wel uit bed komen om uit te zoeken wat hij in godsnaam aan het kokerellen was. Het bleek rijst met tomatensaus. Mijn vraag "Waarom?!" kwam als donderslag bij heldere hemel. "Ik vertrek vandaag op reis - ik heb dit kliekje gevonden in de ijskast. Ik kan het toch moeilijk weggooien?" Och, moet kunnen.

Het eiland dan. Rangitoto is een uitgedoofde vulkaan op een twintigtal minuten varen van Auckland. Op de brochure die we in onze handen kregen gestopt op de ferry stond dat het onbewoond is, geen winkels heeft en we dus best water meenamen, en een zaklamp. Ik heb niet standaard een zaklamp in mijn rugzak zitten. Probleem! Gelukkig had de Zweed een zaklamp, ik heb niet gevraagd waarom maar samenzweerderig geknikt.
Op Rangitoto is er één ding te doen: het uitgestippelde pad naar de krater volgen, en terug. Het hele eiland is bezaaid met lavastenen (nogal wiedes) en bos. De paden zijn bij momenten steil en hoewel ik mezelf niet direct zou bestempelen als een wandelaar, merkte ik dat er na een tijdje toch een glimlach op mijn gezicht verscheen bij het proberen ontwijken van uitstekende takken allerhande, ook al was het bergop. Het weer was zonder meer prachtig vandaag - we hebben veel gezweet, maar het uitzicht was het waard. Een reeks tunnels/grotten uit lava opgetrokken, of zal ik zeggen gevormd, waren ook de moeite! Daar kwam de zaklamp goed van pas, want grotten... durven al eens donker zijn.

Auckland op de achtergrond


In een lavagrot

De krater - bezwaarlijk indrukwekkend te noemen

De top bereikt! Wederom Auckland op de achtergrond

Lavastenen



Men heeft dagelijks drie kansen om naar Rangitoto en terug te varen. Na de ochtendferry schoten er daarvan nog twee over. De brochure waarschuwde ons ervoor te zorgen dat we de laatste ferry niet misten.*** De honger dreef ons evenwel tegen het middaguur terug naar de pier na een vermoeiende maar bijzonder deugddoende wandeling. Een korte trip bracht ons vervolgens naar Devonport, een gezellig havenstadje op de terugweg naar Auckland. Ik heb er slechts één foto van betekenis getrokken. Hij bevestigt mijns inziens niet meer dan het feit dat Devonport een gezellig havenstadje is. Er waren talrijke lekkere restaurantjes en tweedehands boekenwinkels. Ik heb er een Nederlandstalig boek op de kop getikt! Taal is zeg maar echt mijn ding, heet het. Ik wil het graag geloven. De man achter de balie leek bijzonder opgewonden over het feit dat ik uit België kwam. Hij begon honderduit te vertellen over zijn passie voor wielrennen en de reportage over Philippe Gilbert ("Die is Belg hé, ik weet dat hoor!") die hij recentelijk had gezien. Ik was zó blij voor die mens dat ik niet wist wat antwoorden. Mogelijks ook omdat ik niet wakker lig van Philippe Gilbert noch wielrennen.****

Devonport



Rond een uur of vier - mijn pasta met spinaziesaus en parmesaan had ik laten verteren in de schaduw op het strand - vond ik het tijd om de ferry huiswaarts te nemen. Innerlijke rust kwam over mij, het valt amper te beschrijven. Ik was opgetogen over de ervaringen van de dag maar ook bijzonder blij dat de stad weer in zicht was (hoewel ze eigenlijk nooit uit zicht was geweest, zie foto's).
Wanneer de stad weer langzaam groter wordt na een dag op het water, wanneer de ferry de haven binnenvaart terwijl de avondzon de wereld zachtroze doet kleuren en ik haar laatste warmte naar binnen zuig, wanneer tijdens het naar huis wandelen een nieuw liedje vanuit een winkel in Queen Street erin slaagt mijn hart een sprongetje te doen maken. Op zo'n momenten weet ik, ondanks het boerenbloed in mijn aderen, ondanks de ongelooflijk verkwikkende lavawandeling vandaag, dat een metropool mijn ware biotoop is.



* Vorige keer was er me-time op zondag als ik het me goed herinner. Zaterdag voelde zich daar niet helemaal lekker bij dus nu is het me-time op weekenddagen.
** Een gezonde dosis misantropie is mij niet vreemd in bepaalde perioden van de maand.
*** Ik vind dat mensen die er zelf niet opkomen om het uur van de laatste ferry te checken, het verdienen om een nacht onder de blote hemel op een uitgedoofd vulkanisch eiland door te brengen.
**** Waar ik wél van wakker lig, is niet voor publicatie vatbaar.

donderdag 7 april 2011

Alsof ik een reden nodig heb

- Omdat chocolade dopamine vrijmaakt in mijn hoofd.
- Omdat ik mijn voedselvoorraad aan het opdoen ben vooraleer ik naar het Zuideiland vertrek, en dat is inclusief boter en suiker en bloem. Waarom riskeren dat die slecht zouden worden als je er cupcakes mee kan bakken?
- Omdat bananen hier zo snel bruin worden.
- Omdat ik er nood aan had vandaag en lopen noch koelkastpoëzie soelaas brachten in mijn strijd tegen 'de wrevel'. Ik heb de indruk dat mijn mood swings nogal goed te volgen zijn op mijn blog. Waarvoor excuses.
- Omdat té veel bakken een illusie is. Back me up here.
- Omdat, in het geval van keuze tussen grienen en cupcakes, cupcakes ALTIJD winnen.


Banaan met chocoladebrokken

woensdag 6 april 2011

KreKelig

Bah bah slechte dag. Wakker geworden vóór mijn wekker, met de gedachte dat dit enkel kon betekenen dat ik hemels uitgeslapen was. Vóór mijn wekker wakker was ik wel degelijk. 4.07am verdorie en ik kan niet zeggen dat ik nadien nog terug in slaap ben geraakt. Dat overkomt me tegenwoordig te veel naar mijn zin. Een nacht doorslapen lijkt haast een verre droom. Ik ben de pasgeboren baby die de nachten van haar ouders huilbui na huilbui in een levende hel transformeert. Behalve dat ik in dit geval niet huil en zowel de baby als haar ouders ben. Drie rollen, geen slaap, z. vermoeiend. Geeuw.

Met de podcast van Tomas staat op! ondernam ik een eerste poging om mezelf wakker te krijgen. Met cornflakes respectievelijk tandpastaschuim in mijn mond en wild rondzwaaiend met een tandenborstel schaterlachen en roepen naar mijn laptop*, ik wil niet weten wat er door de hoofden van mijn flatgenoten in de keuken ging.

Slaaptekort maakt me kregelig.** Futiliteiten die ik anders perfect zou kunnen negeren werken op zulke dagen eindeloos op mijn systeem. Het was mij nog nooit opgevallen dat de microgolfoven zoveel biepgeluidjes maakt. Ook het opentrekken en dichtslaan van het microgolfovendeurtje deed me vandaag de muren opkruipen. Wie eet er nu ook om 11.24am? Een kraan van de arbeiders aan de andere kant van de straat zegt zonder reden tuuut en krrrrr. Mensen gaan naar het toilet en spoelen door, hatelijk is dat. En ze douchen. Mijn flatgenoot doet zijn afwas niet*** en schakelt licht noch tv uit bij het verlaten van zijn kamer. Ik vind geen chocolade terwijl ik er nood aan heb. Ik wil slapen maar het lukt niet. Wie slaapt er nu ook om 12.15pm?

2.05 - 3.55pm Milieurechtelijk gebrabbel dringt van mijlenver door in mijn akoestische bubbel. Dit is niet gewoon saai meer, zelfs niet politiekecrisissaai****. Zelfmoordneiginginducerend is het woord dat men zoekt en ik bezorg. Ik probeer aan iets, eender wat, te denken en zelfs dát lukt niet.  De hemeltergende schoolbanken hebben hier een hoek van 30 graden, perfect om waterflessen en hete koffie te doen afglijden. Dank de ingenieurs, ze hebben hier duidelijk heel goed over nagedacht. De Hollander naast mij leest over mijn schouder mijn schrijfsels mee. Het is dat ik geen mensen sla in publieke ruimtes, of hij had ervan langs gekregen.

Op weg terug naar huis zocht ik vanbinnen in mijn hoofd naar een doel voor de rest van mijn dag, niet echt hoopvol er nog een te ontdekken. Dit alles werd volstrekt irrelevant om 4.19pm, toen een lichtpuntje, wat zeg ik, een lichtPUNT van stroboscoopformaat besloot mijn dag op te fleuren. Het postpakketje in kwestie, op 8 maart laatstleden (u leest dat goed) vertrokken in België, heeft vandaag zijn missie volbracht door middel van aankomst ter mijner appartement. Dankjewel, Karen!

Inclusief woordenlijst. 'Hier volgt een overzicht van alle woorden in de verpakking. U kunt nog meer woorden maken door ze te combineren.'      Al een chance dat ze dat erbij vermelden!

Om 7.00pm ben ik uitgenodigd op een soort Komen Eten bij de Oostenrijkse buurjongen. Op het menu? Schnitzel uiteraard, wat voor een vraag is dat nu. Nadien ondernemen we (de baby en haar ouders, of koninklijk meervoud, zoals u wil) een nieuwe poging tot slapen. Hoop doet leven! Alsook koelkastpoëzie.



* Op dinsdag is er Koffie! En koekskes! En Linde! Met de boekskes! Ons Linde vroeg van "Bethy van Big Brother heeft ooit ... gehad", waarop Tomas antwoordde "een hersencel?". Ik vond het grappig, maar het was nog vroeg en ochtend en slaperig. Wat ze écht heeft gehad, weet ik zelfs al niet meer. Doet er ook niet toe. Moving on.
** Jarenlang verkeerde ik in de illusie dat het correcte woord krekelig was. Het adjectief van het insect, als het ware, ook al hield dat etymologisch gezien weinig steek. Toen ik erop werd attent gemaakt dat de k een g hoorde te zijn, stortte een taalkundig deeltje van mijn wereld in. Ik ben er nog steeds niet helemaal goed van.
*** Er zijn grenzen aan het gebruik van "ik ben een kunststudent" als excuus.
**** Milieurechtsaai hoort evenwel thuis in dezelfde categorie. Boomknuffelende hippie die gedingen inleidt tegen de Duitse Staat en naar eigen zeggen in de rechtszaal komt opdagen met een stervende zeehond in zijn armen. Alsof rechters om te kopen zijn, alsof hij zijn eigen vakgebied belachelijk wil maken. Verkondigt nu al weken dat "capitalism is the root of all evil". Alsof we iets anders verwacht hadden.

maandag 4 april 2011

politiekecrisissaai

Soms wordt een onderwerp zodanig platgeredeneerd dat het binnen de korste keren saai wordt, hoewel inherent interessant. De Belgische politieke crisis was het eerste voorbeeld dat in mij opkwam. Ik heb dan ook besloten het zonet uitgelegde concept politiekecrisissaai te dopen totdat ik met een betere term op de proppen kan komen. Die politieke crisis bezorgt mij allang jeuk. Ik heb een bewuste stem uitgebracht in JUNI vorig jaar godbetert, ik heb de onderhandelingen van nabij gevolgd en nu kan het mij echt geen zak meer schelen. Dat is een ontnuchterende en teleurstellende vaststelling. Op de duur zou ik haast willen dat België splitst, gewoon opdat er IETS zou gebeuren, Frietrevoluties allerhande even buiten beschouwing gelaten. Iedereen weet dat die enkel om gratis frieten draaien. Jezus Christus stilstand, het is om gek van te worden. En toch blijf ik er op een onderbewust niveau mee bezig. Spreek mij aan over ons land en ik zal zonder enige twijfel geïrriteerd raken. Dat is het mooiste bewijs dat het daar wel degelijk sluimert, op de vuilnisbelt achteraan mijn hoofd. Ik ben zo betrokken bij de wereld!

Bij nader inzien is het niet zo moeilijk om synoniemen voor politiekecrisissaai te verzinnen: Japansekernreactorensaai*, gaanwenuwelofnietindathuiswonenvolgendjaarsaai** en wiedoetwattijdensdepaasvakantiesaai***.

Verhalen worden uitgesmeerd tot ze van elke betekenis ontdaan zijn. De media bezondigen zich er veruit het meest aan, maar ik heb durven merken dat mensen het ook doen zonder invloed van de media. Persoonlijke crisissen worden in het lang en in het breed uitgesponnen, telkens weer opnieuw, terwijl je op voorhand weet dat de conclusie niet anders zal zijn dan de vorige klaagzang. Wie onschuldig is, werpe de eerste steen - ik maak mij daar evengoed schuldig aan, maar ik wéét het van mezelf en ik werk op constante basis aan mijn zelfverbetering. Probeer althans.

Ik weet niet waarom ik mij zo erger aan het uitsmeren van verhalen. Ik mag hopen dat het komt omdat mijn brein nood heeft aan veel stimuli om zichzelf bezig te houden.**** Zo heel soms vraag ik mij af hoe het zou zijn om een IQ lager dan 100 te hebben. Een leven vrij van gedachten! Jaja.

Dit alles in mijn hoofd tijdens de meditatiesessie in Monday night yoga. Er was niet al te veel relaxatie bij, mijn voeten en handen bleven maar bewegen en mijn Derde Oog speurde naar verlossing in plaats van tot rust te komen. Ik ga nog wat ademhalingsoefeningen doen.





* Eerlijk, ze hebben de nucleaire crisis in de twee weken na de aardbeving zodanig uitgemolken dat het echt niet meer boeit nu. Dat zou niet mogen, want het is belangrijk op de hoogte te blijven van de evolutie ginder, nu misschien zelfs meer dan helemaal in het begin. Het is niet omdat de verslaggeving over het onderwerp vermindert, dat het probleem verdwijnt. Ik denk dat we een vals gevoel van veiligheid krijgen, en de Japanners zouden van de relatieve radiostilte gebruik kunnen maken om nieuwe ontploffingen af te doen als ongevaarlijk. Tsjernobyl all over again, ook al was ik toen nog niet geboren.
** Fuck it - ik wíl zelfs niet meer in dat huis wonen.
*** Ik heb actie ondernomen en een tripje naar het Zuideiland geregeld. Dolletjes!
**** Een andere theorie is dat het internet mijn hersenen heeft aangetast en mijn concentratievermogen langzaam doet afnemen. Ik wil enkel nog maar klikken klikken klikken, baan mij met rooddoorlopen ogen een weg van link naar link via link, scan alles oppervlakkig en lees niets echt meer grondig. Dit proces herhaalt zich totdat ik slechts nog een goudvis in een mensenlichaam ben, rondzwemmend in de bokaal mijner schedel en elke 30 seconden weer verwonderd over de nieuwe omgeving. Oooh, kijk, hier was ik nog niet gepasseerd!

zondag 3 april 2011

Winteruur x3

31 oktober 2010 
België schakelt over op winteruur. Domi slaapt een uur extra.

26 maart 2011
België schakelt over op zomeruur. Iedereen slaapt een uur minder en is moe. Domi rekt zich nog eens uit. 

2 april 2011 
Nieuw-Zeeland schakelt over op winteruur. Domi slaapt een uur extra.

30 oktober 2011 
België schakelt over op winteruur. Domi slaapt een extra uur.

Het draait er allemaal om je op het juiste moment op het juiste halfrond te bevinden, een kunst die ik dit jaar althans bijzonder goed beheers. Ik overweeg ernstig halfrondhopper te worden als dat betekent dat ik driemaal per jaar extra mag slapen. Soms is het leven goed voor mij...