vrijdag 4 maart 2011

De vrouw die (g)een broek droeg

Ik zweer op... Ik zweer nergens op, maar ik zweer zonder érgens op de zweren dat het de hele nacht geregend heeft. Zachtjes tikt de regen op mijn zolderraam... - ik heb geen idyllisch zolderraam. Ik heb een raam aan de straatkant met rokers en luidruchtige bouwwerken.

Vanochtend toen de wereld nog nat was leek zich dan ook een excellente opportuniteit voor te doen om een lange broek aan te trekken, want ik heb er vier liggen in mijn kast en nog geen enkele aangehad.
Dat elke beslissing consequenties heeft, is een onaantastbare wetenschappelijke premisse. Een wijs man sprak ooit: God straft, en wel meteen. Jawel, die lieve onbestaande God strafte. Wat na het aantrekken der lange broek volgde hoef ik dan ook niet te verbloemen: op weg naar de les zwat ik mij prompt een ongeluk.*
Een heel college lang speelden zich in mijn hoofd waterspelletjes en naaktscènes af. Wat ik er niet voor zou overgehad hebben! Nieuw-Zeelandse coutume schrijft zedigheid voor op de schoolbanken, al zou ik het - in retrospect - misschien wel uitgelegd gekregen hebben met subtiele verwijzingen naar Maori-riten. Ik heb het er maar niet op gewaagd.
Terug van de les speelde ik het door figuurlijke knievijvers aangetaste boeltje zo snel mogelijk weer uit en repte mij naar mijn pc om erover te bloggen. Hier zit ik dus, in onderbroek voor mijn pc, want dat is wat echte bloggers doen. Aaaaah, beenzuurstof. Het blijft nog een paar maanden rokjestijd.


Shout-out of the day: JEROEN, gelukkige verjaardag! Dat is nu al de tweede keer dat hij de dagprijs wint. Mensen zouden zich dingen kunnen beginnen inbeelden, maar ik zou liegen als ik zeg dat ik daarvan wakker lig. En ik ben geen liegenaar.**

* Ik heb zweette altijd al als absolute nonsens gecategoriseerd. Voor de gemiddelde mens - en zeker voor mij - is eten met stip het frequentst gebruikte werkwoord. Zweten en eten rijmen en moeten dus dezelfde verleden tijd hebben. Iedereen weet dat de verleden tijd van eten at is. Verleden tijd van zweten wordt dus zwat. Ben ik de enige die daarin logica ontwaart?
Ik herinner het mij nog levendig, mijn telefoontje naar de Nederlandse Taalunie. "Wenst u een werkwoordvorm te wijzigen, druk 23 gevolgd door hekje." Waarna leegte en een langgerekte tuuuuuut.

** Liegen - leugenaar: w-w-wat? Hoe? Wáárom?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten